donderdag 15 januari 2015

Hoera, de zorg wordt eenvoudiger!


De radio- en televisiespotjes van de overheid zeggen het luid en duidelijk: de zorg wordt overzichtelijker, is eenvoudiger geregeld en iedereen krijgt de zorg die hij nodig heeft. Dus hoeft niemand bang te zijn voor de grote veranderingen in de langdurige zorg.

Onze gemeente heeft in ieder geval grootse ideeën: één gezin betekent één plan en één regisseur. Geen gedoe met de ene instantie voor dit en de andere instantie voor dat. Snel, doeltreffend en goed. Dat belooft wat. Aangezien ik tot nu toe met tientallen instanties en mensen te maken heb en onze gezinssituatie keer op keer tot in details uit moet leggen, zie ik dat stukje van de veranderingen wel zitten. Als het overgangsrecht is verlopen en we nieuwe indicaties moeten, kan alles hopelijk in één keer in plaats van in drie verschillende trajecten. Het is jammer dat ik op 24 december nog steeds niets heb gehoord, maar we houden de moed er in.

Op 27 december komt de brief over de zorg voor Maarten. Als ik na het verlopen van de huidige indicatie nog zorg voor hem nodig denk te hebben, moet ik drie maanden (!) voor de einddatum contact opnemen met het Centrum voor Jeugd en Gezin. Drie dagen later komt de brief over de zorg voor Arjen. Daarin lees ik dat hij acht weken voor het vervallen van zijn overgangsrecht (de oorspronkelijke indicatie liep tot 2026 en zo lang geldt het overgangsrecht niet) een brief van de gemeente krijgt en als hij meent nog zorg nodig te hebben (natuurlijk niet, waarom zou hij een indicatie tot 2026 hebben??) kan hij op die brief reageren en gaat iemand van de gemeente met hem in gesprek.
Voor mij komt er helemaal geen brief. Ik moet in de krant voor de zoveelste keer lezen dat de huishoudelijke hulp met ingang van 1 mei a.s. wordt gestopt.

Als klap op de vuurpijl komt er op 10 januari een brief van de Sociale Verzekeringsbank dat de TOG (Tegemoetkoming Onderhoudskosten Gehandicapte kinderen) op 1 januari is afgeschaft. In plaats daarvan bestaat nu de mogelijkheid dubbele kinderbijslag te krijgen. Om daarvoor in aanmerking te komen, moet een advies worden afgegeven door het CIZ – Centrum Indicatiestelling Zorg. Gelukkig bestaat ook hierbij een overgangstermijn, want de beoordelingsformulieren voor dit advies gaan weer eens vrijwel alleen over lichamelijke beperkingen.
Af en toe denk ik bij het lezen van ambtelijke brieven dat ik vast en zeker ont-zet-tend dom ben, omdat ik het allemaal zo onduidelijk en onlogisch vind. Maar af en toe denk ik ook dat de ambtenaren vanachter hun bureaus de meest onzinnige dingen bedenken.

Eén gezin, één plan, één regisseur. Het is me duidelijk: die regisseur zal ik nog steeds zelf moeten zijn. Want voor Maarten wordt het Bureau Jeugdzorg vervangen door het Centrum Jeugd en Gezin. De TOG was met zo’n oude indicatie van het Bureau Jeugdzorg met één brief geregeld, maar nu zal ik voor de dubbele kinderbijslag naar het CIZ moeten. Voor Arjen moet ik naar de afdeling WMO van de gemeente in plaats van naar het CIZ. En voor mezelf wordt het via een bezwaarprocedure knokken met alles wat ik in me heb, want het wegvallen van de huishoudelijke hulp betekent dat het hele fragiele bouwsel waarop ons gezinsleven is gebouwd zal instorten.

Andere instanties, andere mensen. Maar ik kan het echt niet eenvoudiger, duidelijker en gemakkelijker vinden. En die belofte dat iedereen de zorg krijgt die hij nodig heeft? Laat ik me daar dan maar – waarschijnlijk tegen beter weten in - aan vasthouden, zo lang als ik kan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten