De radio-
en televisiespotjes van de overheid zeggen het luid en duidelijk: de zorg wordt
overzichtelijker, is eenvoudiger geregeld en iedereen krijgt de zorg die hij
nodig heeft. Dus hoeft niemand bang te zijn voor de grote veranderingen in de
langdurige zorg.
Onze
gemeente heeft in ieder geval grootse ideeën: één gezin betekent één plan en
één regisseur. Geen gedoe met de ene instantie voor dit en de andere instantie
voor dat. Snel, doeltreffend en goed. Dat belooft wat. Aangezien ik tot nu toe
met tientallen instanties en mensen te maken heb en onze gezinssituatie keer op
keer tot in details uit moet leggen, zie ik dat stukje van de veranderingen wel
zitten. Als het overgangsrecht is verlopen en we nieuwe indicaties moeten, kan
alles hopelijk in één keer in plaats van in drie verschillende trajecten. Het
is jammer dat ik op 24 december nog steeds niets heb gehoord, maar we houden de
moed er in.
Op 27
december komt de brief over de zorg voor Maarten. Als ik na het verlopen van de
huidige indicatie nog zorg voor hem nodig denk te hebben, moet ik drie maanden
(!) voor de einddatum contact opnemen met het Centrum voor Jeugd en Gezin. Drie
dagen later komt de brief over de zorg voor Arjen. Daarin lees ik dat hij acht
weken voor het vervallen van zijn overgangsrecht (de oorspronkelijke indicatie
liep tot 2026 en zo lang geldt het overgangsrecht niet) een brief van de
gemeente krijgt en als hij meent nog zorg nodig te hebben (natuurlijk niet,
waarom zou hij een indicatie tot 2026 hebben??) kan hij op die brief reageren
en gaat iemand van de gemeente met hem in gesprek.
Voor mij
komt er helemaal geen brief. Ik moet in de krant voor de zoveelste keer lezen
dat de huishoudelijke hulp met ingang van 1 mei a.s. wordt gestopt.
Als klap
op de vuurpijl komt er op 10 januari een brief van de Sociale Verzekeringsbank
dat de TOG (Tegemoetkoming Onderhoudskosten Gehandicapte kinderen) op 1 januari
is afgeschaft. In plaats daarvan bestaat nu de mogelijkheid dubbele
kinderbijslag te krijgen. Om daarvoor in aanmerking te komen, moet een advies
worden afgegeven door het CIZ – Centrum Indicatiestelling Zorg. Gelukkig
bestaat ook hierbij een overgangstermijn, want de beoordelingsformulieren voor
dit advies gaan weer eens vrijwel alleen over lichamelijke beperkingen.
Af en toe
denk ik bij het lezen van ambtelijke brieven dat ik vast en zeker ont-zet-tend
dom ben, omdat ik het allemaal zo onduidelijk en onlogisch vind. Maar af en toe
denk ik ook dat de ambtenaren vanachter hun bureaus de meest onzinnige dingen
bedenken.
Eén gezin,
één plan, één regisseur. Het is me duidelijk: die regisseur zal ik nog steeds
zelf moeten zijn. Want voor Maarten wordt het Bureau Jeugdzorg vervangen door
het Centrum Jeugd en Gezin. De TOG was met zo’n oude indicatie van het Bureau
Jeugdzorg met één brief geregeld, maar nu zal ik voor de dubbele kinderbijslag
naar het CIZ moeten. Voor Arjen moet ik naar de afdeling WMO van de gemeente in
plaats van naar het CIZ. En voor mezelf wordt het via een bezwaarprocedure knokken
met alles wat ik in me heb, want het wegvallen van de huishoudelijke hulp betekent
dat het hele fragiele bouwsel waarop ons gezinsleven is gebouwd zal instorten.
Andere
instanties, andere mensen. Maar ik kan het echt niet eenvoudiger, duidelijker
en gemakkelijker vinden. En die belofte dat iedereen de zorg krijgt die hij
nodig heeft? Laat ik me daar dan maar – waarschijnlijk tegen beter weten in - aan
vasthouden, zo lang als ik kan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten