zaterdag 10 april 2021

Hoera, uitzonderingen bevestigen de regel!

 


Allerlei groepen schreeuwen om voorrang bij vaccinaties, verandering van de helaas noodzakelijke regels of dat er geen rekening met ze wordt gehouden. Dat vind ik moeilijk, want we moeten met z’n allen meewerken aan een oplossing voor de corona-ellende. Toch ga ook ik nu ‘schreeuwen’ om aandacht. Aandacht voor de groep mensen met een beperking, mensen die na ruim een jaar maatregelen wel erg in het nauw zijn gedreven.

Een paar voorbeelden.

1. De voorste zitplaatsen in de bussen mogen al sinds het begin van de coronapandemie niet meer worden gebruikt. Helaas zijn dat in de Q-liners (de rechtstreekse bussen tussen grotere plaatsen) precies de zitplaatsen voor mindervaliden. In het afgelopen jaar zijn er regelmatig nieuwe stickers op de bussen geplakt – achterin instappen, mondkapje verplicht, geef uitstappers de ruimte – maar er zijn geen nieuwe zitplaatsen voor mindervaliden gemarkeerd. De busmaatschappij wil dat ook niet doen. Eh…. Ik kan met mijn krukken niet door het veel te smalle gangpad in die bussen lopen, dus wat moet ik als de zitplaatsen bij de achterdeur zijn bezet?

2. Op de markt mag je alleen lopend boodschappen doen. Natuurlijk is het – ook in normale tijden - niet handig om met een fiets langs de marktkramen te gaan, maar hoe kan iemand die geen boodschappen kan tillen en krukken nodig heeft om te lopen bijvoorbeeld groente en fruit inslaan als er geen fiets-met-fietstassen mee mag?

3. In veel winkels moet je verplicht een nummertje of een mandje meenemen, zodat het aantal klanten goed in de gaten gehouden kan worden. Maar als dat nummerTJE een gelamineerd A4’tje is, de klant met krukken loopt en al moeizaam de boodschap vast kan houden, wordt dat best lastig. De ene keer is daar begrip voor, de volgende keer wordt me toegebeten: “Fijn hoor mevrouw, dat u zo goed met ons meedenkt.” Detail: op dat moment was er geen enkele klant in de winkel.

4. Bij sommige supermarkten moeten de winkelwagentjes na het boodschappen doen weer in de winkel worden gebracht. Dat is soms een behoorlijke afstand, die ik dus twee keer extra moet lopen. Helaas ben ik daar niet zo goed in. En wie past er dan op de boodschappen in mijn fietstassen? Het spijt me, ik laat het winkelwagentje toch achter bij de vaste ‘winkelwagenparkeerplekken’, al zijn die met linten afgesloten. Ik meld altijd netjes bij het personeel waar ik het wagentje achterlaat en word daar meestal voor bedankt met een pittige discussie.

5. Natuurlijk moeten er zo weinig mogelijk mensen in het ziekenhuis ‘in de weg lopen’. Logisch. Maar sommige mensen hebben echt een begeleider nodig. Mensen die dementeren, met autisme, met paniekaanvallen enzovoorts.

6. Alleen noodzakelijke reizen met het openbaar vervoer. Familiebezoek is niet noodzakelijk. Maar als je autistische zoon op zichzelf is gaan wonen in een andere plaats, begeleiding nodig heeft en af en toe paniekaanvallen heeft? Dan is familiebezoek toch zeker héél noodzakelijk? Zie overigens ook punt 1. Niet iedereen heeft een auto… En na een jaar is het ook niet meer vol te houden dat mensen met een auto wél overal heen mogen en mensen zónder auto niet.

7. Meubels uitzoeken via internet is best lastig, maar meubels zijn wel handig als je op jezelf gaat wonen. Hoe doe je dat? Vooral als je autistisch bent, alles eerst moet zien en aanraken én last hebt van ‘keuzestress’? Een afspraak maken in de winkel mag weer, maar: in je eentje. Er wordt zelfs geen uitzondering gemaakt voor een kindje in een wandelwagen. En voor de moeder van een autistische jongeman dan? Nee, ook niet.

8. Enzovoorts.

We merken in de praktijk dat er opeens weinig ruimte is voor uitzonderingen. Er wordt niet meer meegedacht over oplossingen. Waar de boa’s er vóór corona over het algemeen begrip voor hadden dat ik ook in het voetgangersgebied met mijn fiets kwam, omdat ik echt niet veel kan tillen, word ik tegenwoordig bij elke afwijking van de regels altijd en overal aangesproken. Dat ik – en met mij natuurlijk velen met nog veel ernstiger beperkingen – niet kán, maakt niet uit. Het mág niet.

Voor alle duidelijkheid: ik zie het gevaar van corona, ik sta achter de maatregelen en doe mijn best om me er zo goed mogelijk aan te houden. Maar het kán gewoon niet altijd.

Gelukkig kennen ze ons al jaren in de buurtsupermarkt. Dus daar zijn we nog altijd welkom en houden ze, zonder discussies of lelijke blikken, nog altijd vast aan ‘uitzonderingen bevestigen de regel’.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten