zaterdag 22 februari 2014

Hoera, Maarten blijft vrolijk (in de toetsweek)!

Naar school gaan vindt Maarten helemaal niet erg. Sterker nog, de school waar hij sinds het begin van dit schooljaar naar toe gaat bevalt hem prima. Hij heeft een fijne klas, een supermentor, twee geweldige conciërges en een aantal uitstekende leraren. Natuurlijk zijn er ook leraren en leerlingen waar hij minder goed mee op kan schieten en gebeuren er lastige dingen, maar voor Maartens doen verloopt alles meer dan goed. Ook het vervoer per taxi is netjes geregeld.

Toch is niet alles rozengeur en maneschijn. Want: op school moet je toetsen maken! Vijf keer per schooljaar is er een toetsweek, waarin ongeveer tien toetsen gemaakt moeten worden. De cijfers tellen zelfs al mee voor het eindexamen over twee jaar èn natuurlijk voor de overgang naar de volgende klas. Voor Maarten betekent dit niet alleen de spanning van de toetsen zelf, maar ook de grote stress van een compleet ander ritme dan gebruikelijk. Geen lessen, andere tijdstippen, ander lokaal, wie is de surveillant, wie zijn al die andere leerlingen in dit lokaal, waar zijn mijn vertrouwde klasgenoten, hoe laat komt de taxi, waarom is alles anders dan anders????

De eerste twee toetsweken zijn grandioze mislukkingen geworden. Het regent tweeën en drieën en Magister (het internetprogramma om onder andere cijfers in te zien) kleurt heftig rood. Oeps. Dankzij een paar herkansingen, verslagen, overhoringen etcetera heeft Maarten het totaalresultaat al een stukje omhooggekrikt, maar alles bij elkaar staat hij nog overduidelijk op ‘zitten blijven’.

De mentor stelt voor om de derde toetsweek voor Maarten aan te passen. Misschien twee dagen overslaan? Mij lijkt het beter om wel elke dag te gaan, maar minder toetsen op een dag te plannen. In overleg met Maarten maken we een prachtig rooster. De eerste dag één toets, de tweede dag één toets, de overige drie dagen elk twee toetsen – waarbij ‘schrijftoetsen’ waarvoor iets minder geleerd hoeft te worden. Tussen de toetsen mag hij pauzes nemen en desnoods een stukje rondom school gaan rennen. De taxitijden mogen van de gemeente voor deze week gelukkig worden aangepast en we gáán ervoor.
De eerste dag komt Maarten rustig thuis. Ging het goed? Nee, de toets ging niet goed. Maar: ik ben nog wel vrolijk! En inderdaad, Maarten is vrolijk. Morgen wiskunde. ‘Mevrouw heeft gezegd dat op dit hoofdstuk elk jaar de slechtste cijfers worden gehaald.’ Maar dat is Maarten niet van plan. En deze toets op de tweede dag gaat volgens hem wel goed. Hij heeft een heel pak papier ingeleverd, maar dat mag. Beter elke vraag op een nieuw vel papier dan niet verder durven gaan als hij een vraag niet weet, omdat de volgorde dan volgens hem niet meer klopt.


De derde dag twee toetsen. Mwah, viel wat tegen. Het cijfer van de toets van maandag komt binnen: een 1,1. Oeps, dat is heftig. Op vrijdagochtend komt de taxi niet. Klein foutje bij de vervoerder. Maar nog steeds: Maarten is vrolijk. En werkt stevig door. Aan zijn inzet en motivatie zal het niet liggen. Op naar de volgende toets. En gelukkig is het ná die laatste toetsdag een week lang vakantie, met als hoogtepunt Maartens zestiende verjaardag!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten