zaterdag 9 augustus 2014

Hoera, mijn zoons zijn geweldig!

Mijn drie zoons zijn geweldige jongens!!!
Zo, dat moest er even uit. Want als ik de krant en andere nieuwsmedia moet geloven, zijn het alleen maar vervelende probleemgevallen die de maatschappij tot last zijn. Het is zo langzamerhand echt ongelooflijk. Als er een bericht in de krant staat over het passend onderwijs, de nieuwe manier waarop de ondersteuning is geregeld van kinderen die om wat voor reden dan ook niet mee kunnen komen met het gewone onderwijs, heeft de schrijver het steeds over ‘probleemleerlingen’ en/of ‘probleemkinderen’.
Gaat het over de bezuinigingen op de zorg rond kinderen met autisme en aanverwante stoornissen, dan kan de lezer niet om het woord ‘probleemjongeren’ heen. Nieuwsberichten met als onderwerp de overheveling van zorgtaken van de rijksoverheid naar de gemeenten verhalen over ‘probleemjeugd’ en de begeleiding van ‘probleemjongeren’.

Waar slaat dat op? Als het over de zorg voor oudere mensen gaat, mag ik beslist niet het woord ‘probleemouderen’ in de mond nemen – heel Nederland zou over me heen vallen.
Als het over de zorg voor mensen met een ernstige ziekte of lichamelijke handicap gaat, mag ik beslist niet het woord ‘probleemzieken’ of ‘probleemmensen’ in de mond nemen – heel Nederland zou over me heen vallen.
Als het over de kosten voor het leerlingenvervoer voor bijvoorbeeld dove of blinde kinderen gaat, mag ik beslist niet het woord ‘probleemkinderen’ in de mond nemen en als het over de kosten voor het speciaal onderwijs voor deze kinderen gaat, mag ik beslist niet het woord ‘probleemleerlingen’ in de mond nemen – heel Nederland zou over me heen vallen.

Gelukkig wíl ik die woorden niet eens in de mond nemen. Het gaat om mensen die zorg nodig hebben. Het zijn dus ‘zorgleerlingen’. Het zijn dus ‘mensen die zorg nodig hebben’ of desnoods ‘mensen met een zorgbehoefte’. En dat geldt ook voor mijn zoons. Zij zijn geen ‘probleemjongeren’ of ‘probleemleerlingen’.
Ze hebben een probleem, dat is waar. Een handicap waar ze niets aan kunnen doen. In Marks geval allergisch astma, bij Arjen en Maarten een ernstige vorm van autisme. En vooral Arjen en Maarten worden door de maatschappij gezien als ‘probleemgevallen’.
Dat begint al bij de woordkeuze voor de verzamelnaam van aandoeningen zoals autisme. Het zijn ‘gedragsproblemen’. Geen handicap, geen stoornis, maar een ‘gedragsprobleem’. Met daarbij meteen de insinuatie dat kinderen met een dergelijk probleem niet goed zijn opgevoed. En ja, dan worden het dus ‘probleemjongeren’. Ondanks al mijn inspanningen om ze zo goed mogelijk door het leven te loodsen, ondanks mijn inspanningen om langs alle klippen te laveren, ondanks hun eigen inspanningen om het allemaal zo goed mogelijk te doen. Ik durf de stelling aan dat mijn zoons een aanwinst zijn voor de maatschappij, ondanks hun problematiek en hun beroep op de zorggelden.

Ik ben een roepende in de woestijn. De maatschappij zet gewoon de volgende stap: gedragsprobleem = niet goed opgevoed = dus eigen schuld, dikke bult en betaal alles dan ook maar zelf. Als alle veranderingen die op stapel staan, zijn doorgevoerd betekent dat: geen inkomen, geen opleiding, geen hulp, wel hoge zorgkosten.
Zo staan de zaken tegenwoordig in Nederland. En stap voor stap worden deze ‘probleemjongeren’ naar de zelfkant van de maatschappij en richting de goot geduwd.
En helaas is heel Nederland stil.

Maar ik niet! Dus ik schreeuw het nog een keer van de daken:


Mijn zoons zijn geweldige jongens!!!!!!!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten