zaterdag 12 maart 2016

Hoera, Maarten staat niet alleen!

Alarmerend bericht in de media: ondanks het economisch herstel zijn er in 2015 toch maar liefst 16.000 mensen meer afhankelijk geworden van de bijstand. Vooral mensen ouder dan 45 jaar, maar ook vierduizend jonge mensen tot 27 jaar. Een eenvoudig rekensommetje leert dat dit nog maar het topje van de ijsberg is en dat duizenden jongelui aan de zijlijn komen te staan. Eén van deze jongelui is Maarten, die net stralend zijn achttiende verjaardag heeft gevierd.

Citaat uit ons regionaal dagblad over deze grote groep jonge mensen: “Dit komt grotendeels door de instroom van zo’n 2000 tot 3000 jongeren die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Tot 2015 konden zij een beroep doen op de Wajong-regeling, maar door de komst van de Participatiewet zijn hun mogelijkheden beperkt.” Interessant woordkeuze. Ze hebben vaak al een beperking en nu worden ook hun mogelijkheden nog beperkt…
Citaat uit een landelijke krant: “Maar sinds de invoering van de Participatiewet in januari 2015 is de toelating tot de Wajong beperkt. De instroom in de Wajong is sindsdien drastisch afgenomen. In 2014 ging het om zo'n 1400 personen per maand, in 2015 waren dat er 300, aldus het CBS.

Ik ben geen rekenwonder, maar zelfs ik kan dit sommetje maken. Het verschil tussen 1400 en 300 is 1100. Dat is 13.200 in een jaar. Maar liefst 13.200 jongeren die door een beperking niet in staat zijn om zonder hulp een volwaardig inkomen te verdienen, maar die door de bezuinigingen geen recht meer hebben op een Wajong-uitkering.
Deze jongeren kunnen zich nu wenden tot hun gemeente en proberen in aanmerking te komen voor de Participatiewet. Deze wet lijkt veel op de Wajong, maar heeft een extra toelatingscriterium: het moet al duidelijk zijn dat iemand nooit in staat zal zijn om zelfstandig het minimumloon te verdienen. Dat gaat helemaal voorbij aan het feit dat veel jongeren met een beperking niet in staat zijn om naast een opleiding een bijbaantje te hebben en zij naast hun dagelijkse worsteling met hun beperking in vergelijking met leeftijdsgenoten ook meteen op een financiële achterstand komen te staan. Vaak hebben deze jongeren ook hoge zorgkosten, zodat rondkomen vrijwel onmogelijk wordt. Dankzij dit criterium worden heel veel jongeren uitgesloten van de Participatiewet – en dus van hulp en een klein beetje broodnodig geld.

Een klein beetje geld – want de Participatiewet sluit aan bij de bijstandsnorm en de bijstandsregels. Dat betekent je leven lang armoede, je leven lang gebukt gaan onder strenge regels en je leven lang geen enkel extraatje – want een extraatje betekent meteen een einde aan de uitkering, totdat je het extraatje hebt ‘opgegeten’. Wat een vooruitzicht!
Het wordt nog leuker, want thuiswonende jongeren lopen tegen een andere bijstandsregel aan: het inkomen en vermogen van ouders, broers en zussen telt mee. Hierdoor komt bijvoorbeeld Maarten niet in aanmerking voor hulp vanuit de Participatiewet. Arjen heeft Wajong (een studietoelage) en ik heb weliswaar een erg laag inkomen, maar ook een huis met overwaarde. Die bakstenen heb ik inmiddels regelmatig ‘opgegeten’, maar ze tellen voor de zoveelste keer mee.

Dus moet Maarten het rooien met alleen de tegemoetkoming voor scholieren. Een groot deel daarvan gaat op aan zijn zorgkosten. Even terug naar het rekensommetje. Laat ik van ‘tweeduizend tot drieduizend’ voor het gemak even 2500 maken. 13.200 jongeren die niet meer gebruik mogen maken van de Wajong. 2500 van deze jongeren krijgen ondersteuningen vanuit de Participatiewet. Dat levert een verschil op van 10.700 jongeren die tussen wal en schip vallen. Jongeren met een beperking die geacht worden in de verre toekomst, na het nemen van talrijke lichamelijke, psychische en financiële hobbels, ooit zelfstandig het minimumloon te kunnen verdienen en/of nog thuis wonen en op de zak van hun ouders moeten teren. Begeleid zelfstandig gaan wonen zit er ook niet in, want de minimum eigen bijdrage voor de benodigde zorg is dan al bijna 160 euro per maand. 10.700 jongeren in één jaar! Dat belooft nog wat. Over tien jaar hebben we het dan al over 107.000 mensen die in een uitzichtloze situatie zijn beland.

Want ook deze jonge mensen hebben hulp nodig. Maar een jobcoach of een hulptraject krijg je alleen als je in beeld bent. En dat ben je niet als je tussen wal en schip spartelt. Deze tienduizend jongeren per jaar verdwijnen uit het zicht en waarom zou een regering, een gemeente, een UWV, moeite doen om mensen zònder uitkering aan het werk te helpen? Mensen waar ze door het ontbreken van die uitkering ‘geen last’ van hebben? Waar geen ‘winst’ te halen valt?


Maarten is net 18 jaar geworden. Hij hoort dit jaar bij de mensen die tussen wal en schip vallen. Maar hij is niet alleen. Het is zo langzamerhand gezellig druk daar, in het afvalputje van onze huidige ‘beschaafde’ samenleving. Gelukkig kan Maarten goed zwemmen en hebben Arjen, Mark en Maarten jarenlang bij de reddingsbrigade gezwommen. We zullen het nodig hebben!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten