dinsdag 1 maart 2016

Hoera, we zijn steen-rijk... Of: hoe smaken bakstenen?

Gevonden op vandale.nl: de betekenis van het woord ‘vermogen’. Rijkdom, geld, bezit. In onze maatschappij is het handig om wat vermogen te hebben. Een maandelijks inkomen, wat spaargeld, misschien een auto of een huis. We kopen er niet alleen eten mee, maar ook kleding, meubels, kranten, noem maar op. En we dragen er veel van af: belastingen, premies, verzekeringen, heffingen. Daarvoor krijgen we weer wegen, ziekenhuizen, afvalinzameling en noem maar op. Het is een heel geavanceerde vorm van ruilhandel.

In de praktijk heb ik helaas een kinkje in de kabel van die mooie ruilhandel aangetroffen. Als je iets wilt kopen met je vermogen, moet je dat vermogen eerst omzetten in euro’s. Het hoeven geen letterlijke euro’s-in-de-hand te zijn; het mogen ook papieren euro’s-op-de-bankrekening zijn. Maar het moeten wel euro’s zijn. Met andere vormen van vermogen – auto, boeken, meubels, huis – kun je niets kopen. Dat vermogen heb je wel, maar je kunt er niets mee kopen.

Wij wonen in een eigen huis. Een heel gewoon rijtjeshuis in een heel gewone wijk in een heel gewoon stadje. Het huis is in de loop der jaren een veilige haven voor ons geworden. Optimaal ingericht voor mij (beugels, verhoogde toiletten) en voor de jongens (alles glad, ingebouwde apparatuur, turbomotor in de mechanische ventilatie, wasmachine op zolder, geen roosters maar bovenlichten etc.) en het vertrouwde nest. Erg belangrijk dus voor het welzijn van de jongens-met-longproblemen-en-autisme. Toen de vader van de jongens ergens anders ging wonen, hebben we gezamenlijk alles op alles gezet om deze veilige haven voor de jongens intact te houden. Dat is gelukt.
Maar nu gaat het alsnog mislukken. Want: bakstenen zijn vermogen. In het woud van regels en wetten dat Nederland kent, zitten regels waarbij overwaarde in een huis meetelt als vermogen. En dus ben ik volgens die regels steen-rijk. Geen meedoenpremie voor de jongens, geen ontheffing van gemeentelijke- en waterschapslasten, geen beroep op de bijzondere bijstand in geval van nood, geen toegang tot de gemeentelijke zorgverzekering.

Mijn maandelijkse inkomen is één euro meer dan bijstand voor een alleenstaande. Maarten is 18 jaar geworden, dus wordt dat inkomen niet meer aangevuld met kindgebonden budget en (dubbele) kinderbijslag. De Wajong is afgeschaft en een bijbaantje kan Maarten (nog?) niet aan. Voor jongeren zoals Maarten is de Participatiewet in het leven geroepen. Maar Maarten mag niet participeren. De Participatiewet heeft namelijk dezelfde regels als de bijstand. En dus is Maartens moeder rijk: zij heeft een eigen huis. Maarten komt niet in aanmerking voor de studietoelage uit de Participatiewet. Net zoals Mark het moet doen met alleen de studiefinanciering, moet Maarten zich maar zien te redden met de tegemoetkoming voor scholieren. Inkomstenbronnen die voor deze heren voornamelijk opgaan aan zorgkosten. Een goedkope studentenzorgverzekering is geen optie voor studenten-met-een-vlekje; het eigen risico wordt elk jaar hoger – is voor beide jongens meer dan een maand’inkomen’ – en Maarten moet ook nog een eigen bijdrage voor zijn begeleiding betalen.

Maar dat is niet erg, want hun moeder is rijk. Steen-rijk. Indachtig de betekenis van ‘vermogen’ (rijkdom, bezit) heb ik gevraagd of ik met mijn vermogen, de bakstenen, kan betalen. Maar de gemeente accepteert ze niet als betaalmiddel. Het waterschap schudt eveneens van nee. De zorgverzekeraar eist echte euro’s. Ook de supermarkten, kledingwinkels, sportclubs, fietsenmaker willen geen bakstenen hebben.
Oeps. Mijn vermogen is dus niet geschikt als ruilmiddel voor eten, kleren en al die andere levensbehoeften. Dan zit er maar één ding op. We moeten bakstenen leren eten. Wie heeft een goed recept?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten