vrijdag 27 mei 2016

Hoera, veel kinderen in onze woonplaats krijgen (nog) zorg!

Bij ons in de gemeente krijgen blijkbaar veel kinderen hulp van jeugdzorg. Meer dan in omliggende gemeenten. Dat klinkt alsof onze gemeente hart heeft voor de inwoners en hun kinderen, maar de gemeenteraadsleden denken er anders over. Het is vier procent te veel en dat cijfer moet omlaag. Zijn kinderen met problemen alleen maar cijfertjes geworden?

In de regionale krant staat vandaag een verslagje van de raadsvergadering. De raadsleden maken zich zorgen, want in de gemeenten om ons heen krijgt acht procent van de kinderen een vorm van jeugdhulp en in vergelijkbare gemeenten ligt het percentage niet hoger dan tien procent. Bij ons is het maar liefst veertien procent. En, merkt een raadslid op: “Opvallend is tevens dat de kinderen vrij zware zorg ontvangen.”
Daar moet natuurlijk wat aan worden gedaan. De gemeente had vorig jaar ‘maar’ ruim negen ton euro over van de zorggelden, dus het is dringend nodig om nog verder te bezuinigen. Het bewuste raadslid stelt: “Nu kun je denken: mooi dat die kinderen bij jeugdzorg in beeld zijn, maar je kunt het ook opmerkelijk vinden. Uitgangspunt was namelijk dat minder een beroep op de zorg zou worden gedaan.” Ten slotte wordt door een meerderheid van de raad besloten om een onderzoek uit te voeren en dat op basis van de uitkomsten het beleid mogelijk wordt bijgesteld. Het raadslid weer aan het woord: “Zodat we ook rond het landelijk gemiddelde uitkomen.”

Ik moet het stuk drie keer lezen voordat ik kan geloven wat er staat. Moet ik nu blij zijn dat Maarten inmiddels achttien jaar is en niet meer onder de Jeugdwet valt maar onder de WMO? Ik houd mijn hart vast voor de kinderen die hulp nodig hebben. Want helaas, het uitgangspunt is dat er minder een beroep op de zorg wordt gedaan. Vervelend hoor, dat de inwoners van onze stad zich daar niet aan houden en toch zorg aanvragen. Vervelend hoor, dat er kinderen met problemen zijn die hulp nodig hebben.
Natuurlijk – het is mogelijk dat er kinderen zijn die met minder hulp toekunnen. Maar de houding van de raadsleden suggereert dat er in onze stad nogal wat aanstellers wonen. Het uitgangspunt is immers dat er minder een beroep op de zorg wordt gedaan? Ik heb steeds gedacht dat het uitgangspunt van de nieuwe wetten in theorie is dat de mensen ondanks de bezuinigingen nog wel de zorg krijgen die ze nodig hebben. Gelukkig wordt er (duur) onderzoek gedaan en kan daarna het beleid worden bijgesteld. Ik ben na lezing van dit artikel een beetje bang dat ‘beleid bijstellen’ bij voorbaat betekent dat het moeilijker wordt om hulp te krijgen. Want het percentage moet hoe dan ook met minimaal vier procent omlaag.

Toen Arjen negentien jaar was, had hij een herindicatie nodig. In die tijd was er een discussie gaande of jongeren van achttien tot 21 / 23 jaar door Bureau Jeugdzorg of door het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) geïndiceerd moesten worden. Als gevolg van die discussie reisde het dossier van Arjen steeds heen en weer. Toen ik de afspraak voor de herindicatie had – bij het CIZ – lag het dossier natuurlijk net bij Bureau Jeugdzorg.
De medewerker van het CIZ begon het gesprek daarom met de vraag welke indicatie Arjen nu had. Ik lepelde dat op, waarop de medewerker reageerde: “Dat lijkt me heel passend voor iemand met Asperger.” In eerste instantie was ik opgelucht, omdat een dergelijke opmerking impliceerde dat het wel zou lukken met de herindicatie. En dat was min of meer ook zo.
Maar later werd ik boos. ‘Passend voor iemand met Asperger’? De indicatie moest passend zijn voor Arjen!
Dus gemeente, ik hoop dat jullie goed nadenken over de uitkomsten van het onderzoek. Kijk verder dan de cijfertjes en de statistieken. Achter elk procentje zitten mensen, kinderen, die het niet alleen redden en hulp nodig hebben. Luister, overleg, denk na. De besluiten van de gemeente zijn heel ingrijpend voor de mensen waar het over gaat. De zorg moet passend zijn voor de mensen die zorg nodig hebben – dàt is het uitgangspunt. En niet de cijfertjes van de gemeentelijke boekhouders.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten