Op gesprek bij de gemeente, na een klacht die ik al in
januari (!) heb ingediend. Een volgend hoofdstuk in de al anderhalf jaar
durende klucht die ‘zorgindicatie’ heet, na een uitgebreide briefwisseling,
diverse indicatiegesprekken, een hoorzitting bij de algemene commissie
bezwaarschriften en een hoop frustratie. Maar wat blijkt: er werken gewone
mensen bij de gemeente, met wie gewoon valt te praten en die zelfs ‘gewoon’
excuses aanbieden.
Soms zijn brillen heel leuk of handig. Ik bedoel niet de
brillen die ver- of bijziende mensen nodig hebben, want over het nut van die
brillen is geen discussie mogelijk. Nee, ik bedoel een heel ander soort
brillen. Bijvoorbeeld de 3D-brillen waarmee Mark en Maarten zo graag naar de
bioscoop gaan. Of de roze bril van iemand die kans ziet heel positief naar de
wereld om zich heen te kijken.
Ik heb maandenlang een rode bril gedragen: de rode bril
van woede, verdriet en paniek. Een bril, die me zo langzamerhand een kokervisie
gaf. Alles wat ‘de gemeente’ schreef, alles wat ‘de gemeente’ zei, alles wat ik
in de krant las over ‘de gemeente’ – alles maakte me boos. En onder die woede
zat natuurlijk het verdriet en de paniek over de toekomst van mijn zoons en het
steeds smaller wordende leven van mijn gezin.
Soms is zo’n bril nodig. Maar soms is het ook tijd om die
bril af te zetten. Om rustig rond te kijken en te constateren: hé…. het is niet
zo erg als ik dacht.
Die gewaarwording heb ik gisteren beleefd. Na de
hoorzitting bij de algemene commissie bezwaarschriften over de zorgindicaties
binnen mijn gezin is me gevraagd of ik nog behoefte had aan een gesprek over
mijn klacht. Die behoefte had ik. En gisteren zat ik aan tafel met de
onafhankelijke cliëntondersteuner en twee mensen van de afdeling WMO (Wet
Maatschappelijke Ondersteuning). Een leidinggevende en een coördinator die ik
al enkele keren eerder had gesproken.
Mijn klachtbrief in januari eindigde met enkele verzoeken
van mijn kant. Als laatste schreef ik: “En excuses voor de manier waarop wij
zijn behandeld, zouden leuk zijn – maar ik vermoed dat dat voor u een stap te
ver zal zijn.” De leidinggevende begon het gesprek met dit citaat en bood
excuses aan voor het ‘rommelpotje’ (zijn woord!) dat de gemeente van de hele
procedure had gemaakt. Hierdoor kon de rode bril van woede & paniek af en
het werd een goed gesprek.
Natuurlijk zijn we het niet over alles eens. Natuurlijk
moet er nog flink wat werk worden verzet voordat er eind dit jaar, na afloop
van de huidige zorgindicaties, een indicatie ligt die zowel voor ons als voor
de gemeente acceptabel is. Er wordt een consulente aangewezen die nog niet bij
ons gezin betrokken is geweest, zodat we een nieuwe start maken. Een consulente
die veel kennis over autisme heeft. Een consulente, die samen met de
onafhankelijke cliëntondersteuner en onszelf een degelijk gezinsplan op gaat
stellen. Een gezinsplan dat hopelijk zonder problemen leidt tot een goede
zorgindicatie.
Het is alleen jammer dat we een fundamenteel verschil van
mening blijven houden over de huishoudelijke hulp. Ik wil een persoonsgebonden
budget, zodat we verzekerd zijn van onze eigen vertrouwde hulp die weet hoe er
in verband met de longproblemen bij ons schoongemaakt moet worden en die met de
jongens om kan gaan. De gemeente vindt dat ik best gebruik kan maken van een algemene
voorziening. Ik blijf het vreemd vinden dat de gemeente liever kiest voor een
duurdere vorm van zorg, terwijl ik in mijn ogen beter geholpen ben met het –goedkopere-
persoonsgebonden budget. Hierover moet nog een advies komen van de algemene
commissie bezwaarschriften. Ik ben benieuwd.
Hoe dan ook, ik ben blij dat ons indicatietraject na een
woeste achtbaanrit doorgaat als een rustig draaimolentochtje. Ik ben blij dat
de rode bril van woede & paniek in de prullenmand ligt. Ik ben van plan hem
daar te laten. Nu ik ontdekt heb dat er ‘gewone mensen’ bij de gemeente werken,
durven we wel samen in die draaimolen te stappen. Ik weet nog niet hoeveel
rondjes we moeten draaien en waar we uiteindelijk aankomen, maar de rit gaat
vast een heel stuk rustiger verlopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten