zaterdag 2 juli 2016

Hoera, we gaan na de achtbaan in een draaimolen!

Op gesprek bij de gemeente, na een klacht die ik al in januari (!) heb ingediend. Een volgend hoofdstuk in de al anderhalf jaar durende klucht die ‘zorgindicatie’ heet, na een uitgebreide briefwisseling, diverse indicatiegesprekken, een hoorzitting bij de algemene commissie bezwaarschriften en een hoop frustratie. Maar wat blijkt: er werken gewone mensen bij de gemeente, met wie gewoon valt te praten en die zelfs ‘gewoon’ excuses aanbieden. 

Soms zijn brillen heel leuk of handig. Ik bedoel niet de brillen die ver- of bijziende mensen nodig hebben, want over het nut van die brillen is geen discussie mogelijk. Nee, ik bedoel een heel ander soort brillen. Bijvoorbeeld de 3D-brillen waarmee Mark en Maarten zo graag naar de bioscoop gaan. Of de roze bril van iemand die kans ziet heel positief naar de wereld om zich heen te kijken.
Ik heb maandenlang een rode bril gedragen: de rode bril van woede, verdriet en paniek. Een bril, die me zo langzamerhand een kokervisie gaf. Alles wat ‘de gemeente’ schreef, alles wat ‘de gemeente’ zei, alles wat ik in de krant las over ‘de gemeente’ – alles maakte me boos. En onder die woede zat natuurlijk het verdriet en de paniek over de toekomst van mijn zoons en het steeds smaller wordende leven van mijn gezin.

Soms is zo’n bril nodig. Maar soms is het ook tijd om die bril af te zetten. Om rustig rond te kijken en te constateren: hé…. het is niet zo erg als ik dacht.
Die gewaarwording heb ik gisteren beleefd. Na de hoorzitting bij de algemene commissie bezwaarschriften over de zorgindicaties binnen mijn gezin is me gevraagd of ik nog behoefte had aan een gesprek over mijn klacht. Die behoefte had ik. En gisteren zat ik aan tafel met de onafhankelijke cliëntondersteuner en twee mensen van de afdeling WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Een leidinggevende en een coördinator die ik al enkele keren eerder had gesproken.

Mijn klachtbrief in januari eindigde met enkele verzoeken van mijn kant. Als laatste schreef ik: “En excuses voor de manier waarop wij zijn behandeld, zouden leuk zijn – maar ik vermoed dat dat voor u een stap te ver zal zijn.” De leidinggevende begon het gesprek met dit citaat en bood excuses aan voor het ‘rommelpotje’ (zijn woord!) dat de gemeente van de hele procedure had gemaakt. Hierdoor kon de rode bril van woede & paniek af en het werd een goed gesprek.

Natuurlijk zijn we het niet over alles eens. Natuurlijk moet er nog flink wat werk worden verzet voordat er eind dit jaar, na afloop van de huidige zorgindicaties, een indicatie ligt die zowel voor ons als voor de gemeente acceptabel is. Er wordt een consulente aangewezen die nog niet bij ons gezin betrokken is geweest, zodat we een nieuwe start maken. Een consulente die veel kennis over autisme heeft. Een consulente, die samen met de onafhankelijke cliëntondersteuner en onszelf een degelijk gezinsplan op gaat stellen. Een gezinsplan dat hopelijk zonder problemen leidt tot een goede zorgindicatie.

Het is alleen jammer dat we een fundamenteel verschil van mening blijven houden over de huishoudelijke hulp. Ik wil een persoonsgebonden budget, zodat we verzekerd zijn van onze eigen vertrouwde hulp die weet hoe er in verband met de longproblemen bij ons schoongemaakt moet worden en die met de jongens om kan gaan. De gemeente vindt dat ik best gebruik kan maken van een algemene voorziening. Ik blijf het vreemd vinden dat de gemeente liever kiest voor een duurdere vorm van zorg, terwijl ik in mijn ogen beter geholpen ben met het –goedkopere- persoonsgebonden budget. Hierover moet nog een advies komen van de algemene commissie bezwaarschriften. Ik ben benieuwd.

Hoe dan ook, ik ben blij dat ons indicatietraject na een woeste achtbaanrit doorgaat als een rustig draaimolentochtje. Ik ben blij dat de rode bril van woede & paniek in de prullenmand ligt. Ik ben van plan hem daar te laten. Nu ik ontdekt heb dat er ‘gewone mensen’ bij de gemeente werken, durven we wel samen in die draaimolen te stappen. Ik weet nog niet hoeveel rondjes we moeten draaien en waar we uiteindelijk aankomen, maar de rit gaat vast een heel stuk rustiger verlopen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten