woensdag 30 november 2016

Hoera, we vechten tegen draken en heksen

Eind vorige week speelde ik met het idee om dit blog te gebruiken als open sollicitatie. ‘Aangeboden aan de gemeente: communicatie-adviseur. Of beter nog: expert op het gebied van klantvriendelijkheid.’ Vandaag is tot me doorgedrongen  dat ik het nog geen dag uit zou houden. Ik mis een aantal essentiële eigenschappen die nodig zijn om bij onze gemeente te kunnen werken: liegen, bedriegen, moedwillig beledigen & in de grond stampen.

Onze gemeente heeft het tot kunst verheven om het cliënten die zorg nodig hebben zo moeilijk mogelijk te maken. Communicatie via de media, slechte gespreksverslagen, ellenlange procedures, geen woord geloven wat goed opgeleide zorgverleners over de cliënten vertellen enzovoorts.
Zo langzamerhand heb ik het gevoel dat ik een waardeloos vod ben. Klacht ingediend en excuses gekregen. Bezwaar ingediend en een gegrondverklaring gekregen. Maar de gemeente racet vrolijk verder op het eigen pad en heeft geen enkel oog voor de cliënt. De excuses blijken hol en een gegrondverklaring levert in de praktijk niets op als de bijbehorende consequenties van tafel worden geveegd.

En altijd weer blijk ik opmerkingen, brieven en toezeggingen totaal verkeerd begrepen te hebben. Heeft de wethouder u toezeggingen gedaan? Welnee, hij heeft u alleen uitgelegd hoe dingen hier werken. Hebben de zorgverleners verklaard dat uw zoons bepaalde dingen niet kunnen? Welnee, zij hebben er geen verstand van – wij weten ook zonder uw zoons te kennen alles beter. En als we door die lange procedures een jaar verder zijn is het nog simpeler: uw zoons ontwikkelen zich toch? Dus kunnen we het opnieuw bekijken.

Zo sleept de ellende zich week na week, maand na maand en inmiddels zelfs jaar na jaar voort. Ik word bang voor de postbode, de telefoon en de mailbox. Wat heb ik nu weer allemaal ‘verkeerd begrepen’? Wat hebben ze nu weer allemaal voor ons ‘verzonnen’? Welke adviezen heb ik nu weer ‘niet opgevolgd’?

De onafhankelijk cliëntondersteuner zit elke keer met haar oren te klapperen als ze weer iets hoort of leest van de gemeente. Ze is het zat. Waarom heeft de gemeente haar ingeschakeld als ze geen enkel advies van haar overnemen? Ze ziet er geen gat meer in. Ik begrijp haar, maar voor mij is het lastiger: ik kan niet uit deze situatie stappen, want het gaat om mijn dagelijks leven. En vooral om het dagelijks leven van mijn zoons.

Dat de gemeente en ik het niet eens zijn, is iets dat ik kan begrijpen. Maar ik kan niet begrijpen waarom er met zoveel modder moet worden gegooid, waarom ik moet worden gedegradeerd tot een onmondige idioot die niet inziet wat goed voor haar en haar zoons is. Wij hebben in de afgelopen jaren vol bezuinigingen al zóveel in moeten leveren dat ik nu niet eens meer rond kan komen. Ook nog alle benodigde zorg of een groot deel van die zorg in moeten leveren of weer allerlei vreemden over de vloer krijgen kan ik niet aan. Dus moet ik doorknokken, dus moet ik alle beledigingen slikken. Ik moet dóórvechten, maar het is een oneerlijke strijd.

Want ik heb die essentiële eigenschappen niet. Leugens? Ik krijg het mijn strot niet uit. Sterker nog, zelfs bij een gewoon gesprek heb ik al een kop als een biet. Bedriegen? Aangezien ik geen enkel geheim kan bewaren, is elke poging bij voorbaat mislukt.Beledigen? Per ongeluk doe ik het regelmatig, maar ik wil zo graag dat er een paar mensen zijn die me aardig vinden…. In de grond stampen? Is erg lastig als je zelf al zo ver de grond in bent gestampt.
Bij elk volgend gesprek met een gemeente-ambtenaar doe ik alsof ik in een vreemd verhaal ben beland. In een sprookje met een strijd tegen enge draken en gemene heksen. Want sprookjes, hoe wreed ook, hebben altijd een belangrijke zin aan het eind: ‘En ze leefden nog lang en gelukkig.’


Geen opmerkingen:

Een reactie posten