(of toch
niet?!?!?!?)
Tijdens Marks te korte carrière op de Pabo hing er een
A4’tje op het prikbord in de keuken. Daarop stond voor de hele periode (een
studiejaar in het hbo kent vier perioden) het lesrooster. Handig en
overzichtelijk. Bij Arjen gaat het iets anders. Er staat op internet wel iets
wat een rooster wordt genoemd, maar o wee de student die zich op grond van dat
overzicht al dan niet op school vertoont. Hij of zij is regelmatig te laat, te
vroeg, geheel afwezig of juist als enige aanwezig.
Niet alleen het rooster is, netjes gezegd, ‘aan
veranderingen onderhevig’, maar ook de deadlines voor opdrachten, de inhoud van
deze opdrachten en zelfs de lesstof wijzigen nogal eens.
De whatsappjes vliegen heen en weer. Hoe laat dit of dat?
Welk vak wanneer en waar? Wat is het huiswerk, welke opdracht moet ingeleverd
worden? Na verloop van tijd zijn we al blij als we ’s avonds weten hoe laat
Arjen de volgende dag naar het busstation moet vertrekken. Hoe laat hij dan
weer thuis komt, is in nevelen gehuld. Regelmatig staan er lessen tot half
zeven op het programma, maar de docenten hebben daar niet zo’n zin in en laten
de studenten vaak eerder gaan. Maar ja, niet altijd. Gelukkig hebben we een
magnetron.
Voor Arjen is deze manier van werken niet gemakkelijk.
Vooral aan het begin van een nieuwe periode of in vakanties, als hij niet elke
dag op school kan informeren hoe het zit, valt de onzekerheid hem zwaar. Hij
wil weten waar hij aan toe is! In de meivakantie is de spanning wel heel groot.
Arjen begrijpt niets van de indeling van de vierde periode, raakt in paniek als
hij ziet dat zijn klasgenoot-begeleider niet steeds bij dezelfde lessen is
ingedeeld als hijzelf en na de zoveelste wijziging schreeuwt hij woedend dat ….
Nou ja, dat zal ik maar niet herhalen. Op de laatste vakantiedag haalt hij
opgelucht adem als hij via de whatsapp een duidelijk bericht krijgt met de min
of meer definitieve lestijden van de eerste dag na de vakantie.
In de krant lezen we dat een smartphone tot de luxe
goederen wordt gerekend. Mensen die zelf een ruim inkomen hebben, vinden dat
anderen die de pech hebben minder riant te moeten leven best zonder zo’n ding
kunnen. Tegen die mensen wil ik zeggen: kom eens bij Arjen kijken. Via de
smartphone hoort – nou ja, leest – hij elke dag wanneer hij waar moet zijn,
krijgt hij berichtjes van klasgenoten die hem helpen herinneren aan lestijden
en inleverdata, communiceert hij met docenten en kan hij meteen mij of zijn
begeleider bereiken als hij in paniek raakt. Kortom, zijn smartphone is geen
luxe maar een noodzakelijke reddingsboei!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten