De soap rond onze herindicatie bereikt schitterende
hoogtepunten. Als ik met een dergelijk script in Hilversum ga leuren, krijg ik
vast en zeker te horen dat ik te veel fantasie heb en dat het verhaal zelfs
voor een soap volkomen ongeloofwaardig is. Gesjoemel met een belangrijk
document, onwetendheid, noodsprongen, steeds meer betrokkenen, ontbrekende
formulieren en de benaming ‘te weinig informatie’ voor de ongelooflijke bergen
tekst die al zijn geproduceerd. En toch is dit geen lachwekkende soap-serie,
maar een documentaire met waargebeurde feiten uit ons huidige leven.
Al bijna een jaar dring ik aan op een gezamenlijke
zorgindicatie, waarbij de zorg voor ons hele gezin in één keer wordt bekeken.
Wel zo logisch, want alles grijpt natuurlijk in elkaar. Na twee gesprekken, een
intensieve, vervelende briefwisseling en het inleveren van een gigantische
stapel papier wordt begin november een gesprek over deze gezamenlijke
herindicatie gevoerd. Vijf aanwezigen: een dame van de afdeling WMO en een dame
van het CJG, twee begeleidsters van Arjen en Maarten, en ikzelf.
De dame van de WMO is vastbesloten om zo negatief
mogelijk te doen over mij, de noodzaak van huishoudelijke hulp, het werk dat
mijn hulp tot nu toe verricht en onze redenen waarom de hulp via een
persoonsgebonden budget verstrekt moet worden. Door enkele bijzonder
denigrerende opmerkingen is duidelijk dat zij niet weet waarover ze praat. Dat
klopt: “We gaan volgend jaar op cursus.” Dàt is nog eens tijdig inspelen op de
nieuwe taken van de gemeente, die al jaren geleden bekend zijn gemaakt en al
bijna een jaar uitgevoerd moeten worden!
De dame van het CJG heeft gelukkig wat meer kennis
paraat. Al beweert ze ook dingen die in strijd zijn met de nieuwe wetten, we
hebben hoop dat zij in ieder geval haar best doet om een zo goed mogelijke
indicatie te stellen. Het verslag dat ze later stuurt, is helaas
teleurstellend. De indicatie en de daaraan gekoppelde bedragen ook. Inmiddels
is het idee van een gezinsbrede indicatie van de baan. Maartens indicatie moet
snel, want zijn indicatie verloopt half december. Arjen heeft nog
overgangsrecht tot 1 mei 2016 en de huishoudelijke hulp speelt al maanden in de
reservetijd.
Begin december mail ik naar de afdeling WMO met de vraag
of er al duidelijkheid is over de huishoudelijke hulp. Enkele dagen later krijg
ik het concept-verslag van de dame van het CJG. En weer een dag later mailt de
dame van de WMO dat ik in het verslag van het CJG ook de melding over de
huishoudelijke hulp kan vinden.
Inderdaad. Ik mag/moet met een cliëntondersteuner in
gesprek, die dan met mij een plan voor het gezin op kan stellen. Ter
overbrugging krijg ik nog een half jaar een budget voor de huishoudelijke hulp.
Zucht. Wat is er mis met het plan dat er al ligt? Waarom moet ik nu weer met
een ander in gesprek? Weigeren is geen optie, want dan gaat er meteen een
streep door. Zuchtend laat ik mijn hulp weten dat er een half jaar uitstel van
executie is.
Ik produceer vier kantjes tekst met commentaar op het gespreksverslag
en de uiteindelijke indicatie voor Maarten. Grootste misser in mijn ogen is de
opmerking dat Maarten begeleiding krijgt ‘om moeder te ontlasten’. Ik heb
altijd gedacht dat de begeleiding nodig is om Maarten zo goed mogelijk te laten
functioneren??? Mijn commentaar beëindig ik met de opmerking dat ik gezien het
bovenstaande niet ‘voor akkoord’ maar alleen ‘voor gezien’ zal tekenen.
Een weekje later ontvang ik per post de nieuwe indicatie
voor Maarten. Zucht. Een dag later komt het officiële besluit over de
huishoudelijke hulp. Tot mijn grote verbazing word ik niet alleen opgezadeld
met de cliëntondersteuner, maar ook met een volledig (medisch) onderzoek naar
mij en de drie jongens door Argonaut. Even googelen: “Wij zijn een
onafhankelijke adviesorganisatie. Binnen de afspraken met onze opdrachtgevers
streven we naar het optimale voor de cliënt.” Tja. Héél benieuwd wat die
afspraken zijn. De toestemmingsformulieren moeten binnen twee weken getekend
retour. Maar de formulieren zitten niet in de envelop. Leuk. Het is net
Kerstvakantie, dus voordat die twee weken om zijn heb ik die formulieren niet eens
in huis. Laat staan dat ik ze tijdig kan retourneren. En ik wil dit helemaal
niet! Hoezo heeft de gemeente te weinig informatie om een goed besluit te
kunnen nemen? En die bergen aan informatie dan – een persoonlijk plan voor ons
hele gezin, twee professionele evaluaties over de inzet van de begeleiding bij
Arjen en Maarten, twee zo secuur mogelijk ingevulde zorgplannen in het
onmogelijke format van de gemeente, de benodigde medische verklaringen, de twee
eerdere gesprekken, de brief- en mailwisseling, de informatie in het dossier
dat de gemeente al heeft in verband met mijn twee vorige indicaties, de
mondelinge informatie van mij en de begeleidsters – met veel theoretische en
praktische deskundigheid - van Arjen en Maarten? Dat heeft niets te maken met
te weinig informatie, maar alles met te weinig deskundigheid bij de gemeente.
Nooit heeft de noodzaak van huishoudelijke hulp ter
discussie gestaan, alleen de vorm: zorg in natura via een organisatie of het
persoonsgebonden budget. Nu staat alles opeens ter discussie. Vooral de haakjes
rond medisch – een (medisch) onderzoek – suggereren gevoelsmatig haast een
privé-detective die ons volledige leven gaat bestuderen. Wat kan Argonaut in
een kort onderzoek te weten komen wat de gemeente niet allang weet? En wat moet
ik dan nog met die cliëntondersteuner?
Het fraaiste komt nog. Lopende het onderzoek van Argonaut
krijg ik ter overbrugging nog een budget voor huishoudelijke hulp – tot uiterlijk 31 maart. Waar is dat half
jaar gebleven? Ik pak de envelop met Maartens indicatie en lees het
gespreksverslag zorgvuldig. Van mijn vier kantjes commentaar is één dingetje
overgenomen in het verslag. En onderaan staat triomfantelijk dat ik ‘voor
gezien’ heb getekend. De cliëntondersteuner staat er in – geen Argonaut -, maar
het halve jaar is verdwenen.
Dit is niet het document dat ik ‘voor gezien’ heb
getekend.
De conclusie is onontkoombaar. Gesjoemel met een document,
gebrek aan deskundigheid, waardeloze tarieven, wanhoopssprongen met een
cliëntondersteuner en zelfs Argonaut: de gemeente maakt er een potje van. En
wij zijn de dupe. Ik kan het nieuwe jaar beginnen met het schrijven van
bezwaarschriften, het indienen van een klacht en het zoeken naar een advocaat.
Toch heeft de gemeente me een dienst bewezen. Het
afgelopen jaar heeft bol gestaan van het verdriet en de paniek om de onzekere
situatie, de angst voor de veranderingen. En nu ben ik gewoon kwaad.
Ont-zet-tend kwaad. En wonderbaarlijk rustig.
Want ik merk dat woede véél gemakkelijker te hanteren is
dan verdriet, paniek en angst. Dank u, gemeente.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten