donderdag 24 december 2015

Hoera, de gemeente heeft me een dienst bewezen!

De soap rond onze herindicatie bereikt schitterende hoogtepunten. Als ik met een dergelijk script in Hilversum ga leuren, krijg ik vast en zeker te horen dat ik te veel fantasie heb en dat het verhaal zelfs voor een soap volkomen ongeloofwaardig is. Gesjoemel met een belangrijk document, onwetendheid, noodsprongen, steeds meer betrokkenen, ontbrekende formulieren en de benaming ‘te weinig informatie’ voor de ongelooflijke bergen tekst die al zijn geproduceerd. En toch is dit geen lachwekkende soap-serie, maar een documentaire met waargebeurde feiten uit ons huidige leven.

Al bijna een jaar dring ik aan op een gezamenlijke zorgindicatie, waarbij de zorg voor ons hele gezin in één keer wordt bekeken. Wel zo logisch, want alles grijpt natuurlijk in elkaar. Na twee gesprekken, een intensieve, vervelende briefwisseling en het inleveren van een gigantische stapel papier wordt begin november een gesprek over deze gezamenlijke herindicatie gevoerd. Vijf aanwezigen: een dame van de afdeling WMO en een dame van het CJG, twee begeleidsters van Arjen en Maarten, en ikzelf.
De dame van de WMO is vastbesloten om zo negatief mogelijk te doen over mij, de noodzaak van huishoudelijke hulp, het werk dat mijn hulp tot nu toe verricht en onze redenen waarom de hulp via een persoonsgebonden budget verstrekt moet worden. Door enkele bijzonder denigrerende opmerkingen is duidelijk dat zij niet weet waarover ze praat. Dat klopt: “We gaan volgend jaar op cursus.” Dàt is nog eens tijdig inspelen op de nieuwe taken van de gemeente, die al jaren geleden bekend zijn gemaakt en al bijna een jaar uitgevoerd moeten worden!
De dame van het CJG heeft gelukkig wat meer kennis paraat. Al beweert ze ook dingen die in strijd zijn met de nieuwe wetten, we hebben hoop dat zij in ieder geval haar best doet om een zo goed mogelijke indicatie te stellen. Het verslag dat ze later stuurt, is helaas teleurstellend. De indicatie en de daaraan gekoppelde bedragen ook. Inmiddels is het idee van een gezinsbrede indicatie van de baan. Maartens indicatie moet snel, want zijn indicatie verloopt half december. Arjen heeft nog overgangsrecht tot 1 mei 2016 en de huishoudelijke hulp speelt al maanden in de reservetijd.

Begin december mail ik naar de afdeling WMO met de vraag of er al duidelijkheid is over de huishoudelijke hulp. Enkele dagen later krijg ik het concept-verslag van de dame van het CJG. En weer een dag later mailt de dame van de WMO dat ik in het verslag van het CJG ook de melding over de huishoudelijke hulp kan vinden.
Inderdaad. Ik mag/moet met een cliëntondersteuner in gesprek, die dan met mij een plan voor het gezin op kan stellen. Ter overbrugging krijg ik nog een half jaar een budget voor de huishoudelijke hulp. Zucht. Wat is er mis met het plan dat er al ligt? Waarom moet ik nu weer met een ander in gesprek? Weigeren is geen optie, want dan gaat er meteen een streep door. Zuchtend laat ik mijn hulp weten dat er een half jaar uitstel van executie is.
Ik produceer vier kantjes tekst met commentaar op het gespreksverslag en de uiteindelijke indicatie voor Maarten. Grootste misser in mijn ogen is de opmerking dat Maarten begeleiding krijgt ‘om moeder te ontlasten’. Ik heb altijd gedacht dat de begeleiding nodig is om Maarten zo goed mogelijk te laten functioneren??? Mijn commentaar beëindig ik met de opmerking dat ik gezien het bovenstaande niet ‘voor akkoord’ maar alleen ‘voor gezien’ zal tekenen.

Een weekje later ontvang ik per post de nieuwe indicatie voor Maarten. Zucht. Een dag later komt het officiële besluit over de huishoudelijke hulp. Tot mijn grote verbazing word ik niet alleen opgezadeld met de cliëntondersteuner, maar ook met een volledig (medisch) onderzoek naar mij en de drie jongens door Argonaut. Even googelen: “Wij zijn een onafhankelijke adviesorganisatie. Binnen de afspraken met onze opdrachtgevers streven we naar het optimale voor de cliënt.” Tja. Héél benieuwd wat die afspraken zijn. De toestemmingsformulieren moeten binnen twee weken getekend retour. Maar de formulieren zitten niet in de envelop. Leuk. Het is net Kerstvakantie, dus voordat die twee weken om zijn heb ik die formulieren niet eens in huis. Laat staan dat ik ze tijdig kan retourneren. En ik wil dit helemaal niet! Hoezo heeft de gemeente te weinig informatie om een goed besluit te kunnen nemen? En die bergen aan informatie dan – een persoonlijk plan voor ons hele gezin, twee professionele evaluaties over de inzet van de begeleiding bij Arjen en Maarten, twee zo secuur mogelijk ingevulde zorgplannen in het onmogelijke format van de gemeente, de benodigde medische verklaringen, de twee eerdere gesprekken, de brief- en mailwisseling, de informatie in het dossier dat de gemeente al heeft in verband met mijn twee vorige indicaties, de mondelinge informatie van mij en de begeleidsters – met veel theoretische en praktische deskundigheid - van Arjen en Maarten? Dat heeft niets te maken met te weinig informatie, maar alles met te weinig deskundigheid bij de gemeente.
Nooit heeft de noodzaak van huishoudelijke hulp ter discussie gestaan, alleen de vorm: zorg in natura via een organisatie of het persoonsgebonden budget. Nu staat alles opeens ter discussie. Vooral de haakjes rond medisch – een (medisch) onderzoek – suggereren gevoelsmatig haast een privé-detective die ons volledige leven gaat bestuderen. Wat kan Argonaut in een kort onderzoek te weten komen wat de gemeente niet allang weet? En wat moet ik dan nog met die cliëntondersteuner?

Het fraaiste komt nog. Lopende het onderzoek van Argonaut krijg ik ter overbrugging nog een budget voor huishoudelijke hulp – tot uiterlijk 31 maart. Waar is dat half jaar gebleven? Ik pak de envelop met Maartens indicatie en lees het gespreksverslag zorgvuldig. Van mijn vier kantjes commentaar is één dingetje overgenomen in het verslag. En onderaan staat triomfantelijk dat ik ‘voor gezien’ heb getekend. De cliëntondersteuner staat er in – geen Argonaut -, maar het halve jaar is verdwenen.

Dit is niet het document dat ik ‘voor gezien’ heb getekend.

De conclusie is onontkoombaar. Gesjoemel met een document, gebrek aan deskundigheid, waardeloze tarieven, wanhoopssprongen met een cliëntondersteuner en zelfs Argonaut: de gemeente maakt er een potje van. En wij zijn de dupe. Ik kan het nieuwe jaar beginnen met het schrijven van bezwaarschriften, het indienen van een klacht en het zoeken naar een advocaat.
Toch heeft de gemeente me een dienst bewezen. Het afgelopen jaar heeft bol gestaan van het verdriet en de paniek om de onzekere situatie, de angst voor de veranderingen. En nu ben ik gewoon kwaad. Ont-zet-tend kwaad. En wonderbaarlijk rustig.

Want ik merk dat woede véél gemakkelijker te hanteren is dan verdriet, paniek en angst. Dank u, gemeente. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten