Na het zuur komt het zoet, verkondigt de regering
enthousiast. Alom vrolijke gezichten in Den Haag. Of ze ons werkelijk het zoet
gunnen of dat ze nu al aan de komende verkiezingen denken is me niet helemaal
duidelijk, maar het klinkt goed: lastenverlaging. Met het vooruitzicht dat
vanaf maart mijn inkomen nog maar ietsje hoger is dan mijn vaste lasten kan ik
een verlaging van die lasten goed gebruiken.
Het zuur is bij ons hard aangekomen. Wat eten betreft heb
ik zuur liever dan zoet, maar dit zuur kan me zo langzamerhand gestolen worden.
Bezuinigingen op het onderwijs – maar passend onderwijs is niet erg passend
voor Maarten. Bezuinigingen op de tegemoetkomingen voor chronisch zieken en
gehandicapten – de eigen bijdragen zijn ruim een derde omhoog, geen compensatie
eigen risico meer, geen mantelzorgcompliment, geen jaarlijkse uitkering als tegemoetkoming
in de zorgkosten. Bezuinigingen op de zorg zelf – onze gemeente heeft nogal
vreemde ideeën over de zorg voor de inwoners en dan zeg ik het nog voorzichtig.
Bezuinigingen in de sociale sector – geen Wajong meer voor Maarten en een
lagere uitkering voor Arjen. Bezuinigingen op….. Nee, ik ga niet verder. Het
rijtje is veel te deprimerend.
Gelukkig krijgen we nu het zoet. Eens even kijken. Hogere
kinderbijslag. Maarten wordt in februari 18, dus daar heb ik niets aan. Hogere
kinderopvangtoeslag. Gebruik ik niet, dus daar heb ik ook niets aan. Hogere
arbeidskorting. Ik ben helaas arbeidsongeschiktheid, dus die korting krijg ik
niet. Minder grote bezuiniging op de ouderenkorting. Dat is geen zoet maar een
beetje verdund zuur. Ik gun het mijn ouders en alle andere ouderen, maar die
korting heb ik natuurlijk ook niet.
Eh…. Klopt dit? Waar is mijn zoet? Waar is het zoet voor
de mensen die zo onevenredig hard getroffen zijn door al het zuur? De mensen
die zorg nodig hebben, de mensen die werkloos zijn of noodgedwongen afhankelijk
zijn van de bijstand?
Wacht even, ik snap het. Dit is natuurlijk weer een
manier om ‘werken aantrekkelijker te maken’, zoals onze geachte
minister-president dat in september al meldde. Iedereen gaat er in koopkracht
op vooruit, behalve de minima. Met name de minima met een uitkering. “We zijn
er in geslaagd de koopkracht van uitkeringsgerechtigden op peil te houden.” Kan
meneer Rutte wel rekenen? “Werkenden gaan er met 2,6% fors op vooruit. De hele
bevolking heeft te maken met een koopkrachtstijging van gemiddeld 1,4%.” En
deze verschillen hebben we al meerdere jaren.
Ik ben eerlijk gezegd geen rekenwonder. Maar als vrijwel
iedereen er op vooruitgaat behalve de minima en de uitkeringsgerechtigden die
op 0% blijven steken, dan heb je na enkele jaren toch een steeds grotere kloof?
De uitgaven stijgen wel. Denk alleen maar aan de premies voor de
ziektenkostenverzekering, waarbij juist chronisch zieken en gehandicapten krom moeten
liggen voor de noodzakelijke, dure aanvullende verzekering en het eigen risico.
Nog een citaatje van onze minister-president: “Een van de
manieren om meer mensen aan het werk te krijgen, is zorgen dat werken
aantrekkelijker wordt.” In welke roze wolk leeft die man? Als werken nou niet
kan? Of als er geen werk voor je is? Werkloze mensen en arbeidsongeschikte
mensen willen over het algemeen juist héél graag werken – maar het kan niet.
Een beschaafde samenleving zorgt voor deze mensen, in plaats van ze steeds
verder richting het verdomhoekje te schuiven.
Ik zal maar niet zeggen of ik Nederland nog een beschaafd
land vind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten